


Hoofdmenu:
Begeleidt mensen die niet zonder ondersteuning werk kunnen vinden en behouden naar een betaalde baan op de vrije arbeidsmarkt.
Biedt hiertoe systeemgerichte begeleiding.
Gaat uit van werk dat past bij de talenten en de ontwikkelingsmogelijkheden van de werknemer.
Gaat uit van een werkomgeving die past bij de werknemer.
Kennis en vaardigheden komen samen in attitude die past bij een jobcoach;
Procesgericht kunnen begeleiden, uitgaande van de mogelijkheden van de cliënt;
De jobcoach stimuleert de cliënt tot ontwikkeling; de jobcoach signaleert wat aansluit bij en opgepakt wordt door de cliënt en borduurt daar op voort;
Niet alleen de cliënt wordt begeleid door de jobcoach, maar ook de werkgever (en het sociale en professionele netwerk van de cliënt).
afhankelijk van organisatie; specialisatie behorend bij organisatie; anders breed inzetbaar;
ziekteleer: beperkingen kunnen vertalen naar mogelijkheden (niet ziekte zelf centraal stellen);
doelgroep: mensen die langdurige ondersteuning nodig hebben bij in de persoon gelegen factoren.
kennis van bedrijfsklimaat en -processen;
inzicht in functies, activiteiten en taken binnen arbeidsorganisaties;
kennis van de economie in de regio: lokale arbeidsmarkt;
kennis van baananalyse.
kennis van methodieken;
gesprekstechnieken;
leiderschapstijlen;
leerstijlen.
wettelijke instrumenten kennen en hun toepassing;
arbeidsrecht en sociaal verzekeringsrecht.
kunnen analyseren;
zakelijkheid;
door kunnen vragen;
goed kunnen communiceren (schriftelijk en mondeling);
inlevingsvermogen;
creatief zijn;
besluitvaardig;
kunnen aangaan van een vertrouwensrelatie en deze behouden;
grenzen stellen;
om kunnen gaan met diverse niveaus in een organisatie;
kunnen functioneren binnen een spanningsveld van 3 of misschien wel 4 opdrachtgevers (werknemer, werkgever, financier en de eigen werkgever):
acquireren van banen:
beroepsgericht
‘agogisch’ kunnen begeleiden gericht op werk;
een combinatie van kennis, vaardigheden en attitude.
stimuleren tot ontwikkelen; gevoelig zijn voor wat aansluit bij de leerstijl van de cliënt;
empatisch vermogen;
contacten kunnen leggen;
proactief kunnen handelen;
weten wanneer je welke rol, positie moet kiezen;
om kunnen gaan met feedback;
kunnen reflecteren op eigen handelen;
kunnen omgaan met belangenverstrengeling;
problemen zelfstandig kunnen oplossen, denken in mogelijkheden;
creativiteit;
goede match kunnen maken vanuit het referentiekader van de cliënt (‘open minded’).